Hoe voorkom je onnodige pech onderweg? Vier essentiële onderhoudstips!
Jij en je Santos zijn weer thuis na een heerlijke fietsvakantie. Hét moment om je fiets aan een goede inspectie te onderwerpen. Yvonne – gepassioneerde bikepacker én Santos Monteur - deelt vier eenvoudige maar essentiële onderhoudstips. Zo houd je je fiets Built for Life en blijf je onbezorgd genieten van elke kilometer.
Door Santos Monteur Yvonne
Je bent terug van je vakantie of reis van een paar dagen of een paar weken. Je parkeert je fiets in de schuur. Misschien was je liever doorgefietst maar moet je weer aan het werk. Of andere verplichtingen roepen. Toch wil je niet dat je voor verrassingen komt te staan wanneer je je fiets de volgende keer weer pakt. Misschien ben je vergeten wat er ook al weer was versleten. Of heb je niet gemerkt dat de remmen het minder goed zijn gaan doen. Als je onderweg bent, pas je je immers aan de situatie aan zoals die is en wen je snel aan ongemakken aan je fiets. Daarom is dit juist de tijd om je fiets op een paar punten te checken, zodat je – vaak zonder bezoek aan je fietsenmaker – onnodig hoge kosten en pech onderweg tijdens je volgende ritje kunt voorkomen.
Tip 1: Controleer je banden
Wat in elk geval aan slijtage onderhevig is als je kilometers maakt, zijn de banden. Ze komen van alles tegen op hun weg en dat heb je niet altijd door. Een lekke band komt nooit goed uit, zelfs niet als je een dagtochtje maakt in het zonnetje. Daarom loont het altijd de moeite om dit na te gaan.
Aan een band check je 3 dingen: Slijtage, sneetjes en de wangen.
Zet de fiets op zijn kop, in een standaard of hang hem op. Zo kunnen de wielen vrijuit draaien. Heb je een band met profiel, bekijk dan de slijtage hiervan. Als het profiel weg is, heb je minder grip. Is het profiel in het midden (bijna) helemaal weggesleten? Dan is het tijd om de band te vervangen. Wacht niet tot je een andere kleur ziet of de draden van het karkas van de band. Bij een band met weinig tot geen profiel, kun je ook voelen of de band ‘vierkant’ begint te worden.
Vertoont de band niet al te veel slijtage? Draai het wiel dan langzaam rond en inspecteer de band van dichtbij op eventuele sneetjes of gaatjes in het loopvlak. Zijn ze klein? Geen probleem. Met een scherp, puntig mesje kun je eventuele glassplinters er zo uitpeuteren. Zet wel eerst een bril op want vaak schieten ze uit de kloofjes. Zit er een flink stuk glas in of lijkt een snee diep of groot? Controleer dan of het helemaal doorloopt tot aan de binnenband.
Tenslotte draai je het wiel weer langzaam rond, terwijl je naar de zogenoemde wang van de band kijkt. De zijkant van de band is kwetsbaar, omdat hij vooral soepel is gemaakt om goed te vormen voor een optimale wegligging. Hij maakt geen contact met het wegdek, maar kan snel beschadigen door bijvoorbeeld een scherpe steen op een onverharde weg. Rij je voornamelijk verhard? Ook door contact met andere fietsen, stoepranden of afval kan de wang ongemerkt beschadigen.
Zit er een snee in de wang? Komt de binnenband er wellicht al doorheen? Als de wang alleen verzwakt is, waardoor de binnenband de buitenband vervormt (dus wel uitpuilen, maar je ziet nog geen binnenband), dan is dat ook een teken dat je de band moet vervangen. Vroeg of laat gaat het mis..
Vergeet niet om ook de andere kant te checken! En de andere band natuurlijk.
Tip 2: Check je remmen
Remblokken slijten soms langzaam en soms heel snel, afhankelijk van de omstandigheden. Dus na je vakantie even checken hoe ver ze al zijn, is een goed idee.
Eerst de velgremmen: Heb je Magura velgremmen, kijk dan hoeveel ‘vlees’ er nog over is op het blokje. Er zijn indicatiegroeven aan de buitenkant, zodat je gemakkelijk ziet hoever het blokje is versleten. Is hij nog niet helemaal of ‘zo goed als’ op? Misschien doen je remmen het toch niet zo goed als je zou willen. Voel of de remmen sponsig remmen, of dat het laatste stuk van het inknijpen geen effect heeft. In dat geval moeten de remmen ontlucht worden.
Voelt de remgreep wel goed, maar komt hij (bijna) helemaal tegen het handvat aan bij inknijpen? Dan kun je de rem stellen. Met een stelschroefje bij de remgreep zet je de remgreep losser of strakker. Deze stelschroef heeft zo’n 30 slagen. Het is belangrijk dat je niet doordraait als je aan een uiterste bent gekomen. Een paar slagen linksom of rechtsom en je voelt het verschil.
Let op! Als je remblokken wilt vervangen, moet je deze stelschroeven weer los draaien, anders passen de remblokken soms niet tussen de velg en de remklauw.
Als je geen hydraulische remmen hebt, heb je waarschijnlijk V-brakes. Op deze blokjes zie je aan de zijkant ook indicatiegroeven. V-brakes kunnen schuin afslijten, dus bekijk ze zowel van de boven- als de onderkant bijvoorbeeld door het rembochtje in de kabel los te halen. Zijn de remblokken nog niet op, maar wil je de remgreep wel stellen? Bij deze remgrepen zitten stelmoeren. Draai de moer van de remgreep af. Als hij goed zit, draai je de borgmoer die ernaast zit, juist tegen de remgreep aan. Deze zorgt ervoor dat de stelmoer niet uit zichzelf terugdraait.
Als je schijfremmen hebt, is alles wat minder goed zichtbaar. Het is daarom handig om je fiets eerst op te hangen. De remblokjes aan weerszijden van de remschijf bestaan uit metaal waar een laagje remvlees op zit. Bekijk de remblokjes goed. Heb je geen ervaring met de beoordeling van remblokjes, demonteer het remblokje dan. Raak het remvlak van de blokjes en van de remschijf zelf, niet aan. Kijk of het metaal van het remblokje binnenkort bereikt gaat worden. Met metaal-op-metaal remmen maak je niet alleen herrie, de remschijf – die duurder is dan remblokjes – slijt er heel snel van. Vervang de remblokjes dus preventief in geval van twijfel.
Tip 3: Loop alle boutjes na
Als je rijdt, heeft je fiets te maken met gerammel, trillingen en vibraties, ook wanneer je voornamelijk op verhard wegdek rijdt. Het is goed om tijdens elke meerdaagse tocht elke paar dagen de boutjes na te gaan, en dus ook wanneer je weer thuis bent.
Een eenvoudige, snelle manier om dit te doen, is simpelweg een passende sleutel pakken, deze op het boutje zetten en aandraaien, maar zonder verder aan te draaien. Anders zou je een vastzittend boutje na 5 keer aandraaien een hele slag verder hebben gedraaid en dan zit hij weer te vast en kun je iets kapot maken. Geef alleen een beetje druk. Je voelt direct of er weerstand is of niet. Zit het boutje los, dan draai je hem aan.
De meeste boutjes waarmee je dragers en bidonhouders aan je fiets zijn gemonteerd, zijn M5 boutjes (meestal past daar een inbus 4 of Torx 25 sleutel op). Bij een grotere bout, mag je meer kracht zetten dan bij een kleinere bout. Als je graag precies bent, of je gewend bent dat je dingen stuk draait, dan kun je overwegen om een momentsleutel aan te schaffen. Bijvoorbeeld van Topeak.
Vind je een roestig boutje? Dat is niet erg. Maar de kans dat hij doldraait of in het schroefdraad zeker als die ook roestig is, is iets groter. Preventief vervangen geeft je fiets ook weer die knappe look.
Behalve onderdelen die aan je fiets zijn vastgemaakt, kun je ook de boutjes van de Eccenter (bij Rohloff), de stuurpen, zadelpen en zadelpenklem nalopen. Hierop staat vaak het aanbevolen moment aangegeven. Het moment is de kracht waarmee je een boutje aandraait, aangegeven in Newtonmeter (Nm).
Let op: hoe meer kracht nodig is, hoe beter je moet opletten dat je gereedschap goed in het boutje past. Een inbusbout waar het gereedschap maar halverwege in gaat, draai je gemakkelijk kapot.
Tip 4: Geef je fiets een schoonmaakbeurt
Een schone fiets reduceert slijtage. Dus maak je fiets schoon! Een bijkomend voordeel is dat je eventuele schade, slijtage of defecten ook meteen opmerkt. Hoe je dat doet? Gewoon met een tuinslang. Eventueel een borstel voor smerige delen, en dan weer drogen met een doek. Met de doek kun je ‘flossen’ tussen je velgremblokken. En aan het eind het smerigste deel: de aandrijflijn. Heb je een tandriem, dan hoef je met de doek eigenlijk niets te doen. Je zou eventueel met een tandenborstel alle tandjes van riem en tandwielen kunnen nalopen, maar dat is maar zelden nodig.
Heb je een ketting, dan kun je deze poetsen met een borstel. Eventuele slijtage van de ketting kun je helaas alleen meten met speciaal meetgereedschap. Maar je kunt wel zien hoe de tandwielen eruit zien. Gekke dingen merk je zo tijdig op. Als alle tanden puntig zijn, is het tandwiel versleten. De tandwielen kun je schoonvegen met de doek. Heb je een derailleur, dan vormen zich vaak vette vuilklonten aan de derailleurwieltjes. Veeg deze er ook af met de doek, van beide wieltjes.
Zorg ervoor dat alle klonten van de aandrijflijn zijn verwijderd.
En tenslotte nog een extra tip!
Sommige dingen kun je niet zien en maar moeilijk voelen. Laat je fiets ruim vóór een volgende vakantie/reis onderhouden bij een dealer. Want onderhouden is beter dan repareren! Net als met de check die je nu zelf hebt gedaan, kun je met een onderhoudsbeurt door een dealer, problemen voorkomen. Problemen die zich anders vaak onderweg voordoen, wanneer je liever had willen fietsen. Onderzoek heeft uitgewezen dat het op de lange termijn ook veel geld kan besparen! En daarvan kun je dan weer lekker op vakantie.
Wil je reageren op dit artikel? Of heb je zelf nog aanvullende tips? Stuur een mail naar communicatie@santosbikes.com