Fietsen in de zandbak
Tijdens zijn fietstocht door Europa maakt Santos Rijder Rik nog twee extra uitstapjes. Eentje van ruim een maand door Turkije en de tweede door de Westelijke Sahara en Marokko. En hoewel de hele reis een aaneenschakeling van bijzondere ervaringen, mooie ontmoetingen en hoogtepunten is, vindt hij de 1200 kilometer van Dakhla naar Agadir het meest indrukwekkend en uitdagend. Weten waarom? Je vindt het hieronder.
Rik van der Woerdt
Santos Cross Lite
Santos World Store & Test Center: Sector 2 Bikes & Tandems
Terwijl ik in Barcelona bij een fietsenwinkel ben voor een oliewissel van mijn Rohloff naaf raak ik in gesprek met een echtpaar. Ze zijn net terug uit Oman en gaan binnenkort door Algerije fietsen. Als ik vertel over mijn voorgenomen rit van Dakhla naar het noorden is de reactie: “Ah, dan fiets je de hele weg met tegenwind.”
Mijn hele route en planning zijn gebaseerd op het vermijden van winterweer en worden verder bepaald door afspraken met vrienden en familie. Omdat ik kerst in Zuid Spanje doorbreng met familie en het nieuwe jaar start met familie op Lanzarote, is het logisch om in Marokko vanuit het zuiden naar het noorden te reizen.
Vanaf de Canarische Eilanden had ik gehoopt een veerboot naar Marokko te kunnen nemen. De enige veerdienst die ooit heeft gevaren is echter in 2008 voor de kust van Tarfaya gestrand. Enige hoop om met een plezierboot mee te liften, laat ik na wat onderzoek online en rondvraag in de haven snel varen.
Uiteindelijk kies ik ervoor om vanaf Lanzarote via Fuerteventura naar Gran Canaria te fietsen. Vanaf daar gaat een rechtstreekse vlucht naar Dakhla en daar land ik eind januari; voor het eerst op het Afrikaanse continent en meteen in de Sahara. Voor het vliegveld pak ik mijn fiets uit en zet die in elkaar en fiets dan de eerste kilometers naar mijn hotel.
De volgende dag gebruik ik om de omgeving in mij op te nemen, me voor te bereiden en inkopen te doen. Vanaf Dakhla is het 350 kilometer tot het volgende dorp en daarna nog eens 150 kilometer tot Al Ajoen. Tussendoor zijn er enkel een paar tankstations en restaurants en verder alleen maar Sahara. Ik zorg dus voor ruim voldoende water en eten.
"Drie dagen helemaal met mijzelf in de Sahara
De overheersende windrichting is noordoost en dat is ook precies de kant die ik opga; de vorige dagen zelfs een windkracht 6 tot 7. Voor de komende dagen waait de wind uit het zuidoosten wat de haalbaarheid van de route aanzienlijk verhoogt. Desalniettemin kom ik er na vertrek al snel achter dat de eerste 350 kilometer zeker niet in twee dagen te fietsen is. Dit ondanks dat het tot laat licht is.
Zodra ik de stad verlaat, is de wind op verschillende manier waarneembaar. Onder andere door beperkt zicht veroorzaakt door zand en stof dat constant in mijn gezicht waait. Op de stukken van de route in oostelijke richting, voorkomt de wind dat mijn snelheid boven de 11 kilometer per uur uitkomt. Na 40 kilometer kom ik bij het eerste tankstation waar ik met cola en fanta bijkom van de eerste indrukken.
Direct na het tankstation volgt ook weer een checkpoint. Hier volgen er minstens evenveel van als tankstations. Na het tonen van mijn paspoort en beantwoorden van vragen over mijn bestemming, mag ik telkens verder. En dat door een levenloos en eentonig landschap van vooral veel zand en stenen. De levenloosheid wordt enkel onderbroken door verkeer en door kuddes dromedarissen.
De eerste dag fiets ik 115 kilometer tot een tankstation met restaurant en klein winkeltje. Eerst zit ik enigszins versuft met twee blikjes cola voor mij uit te staren, daarna volgen gesprekken met de medewerkers. Omdat de bewoonde wereld minstens 100 km verderop is, werken ze hier niet alleen maar wonen ze hier ook. Er komen vaker fietsers voorbij en ik mag dan ook mijn tent op een beschutte plek opzetten. Voor iemand die niet vaak wildkampeert ben ik intens gelukkig met deze kampeerplek.
Omdat de overnachting bij het tankstation in de smaak was gevallen. had ik voor de volgende dag twee opties. De eerste was een restaurant na 90 kilometer, de tweede een restaurant na 145 kilometer. Terwijl de zon net boven de woestijn opkomt, ga ik weer op pad en zie wel hoe ver ik kom. De eerste kilometers zijn flink aanposten vanwege de wind maar na 60 kilometer heb ik wind mee. Er verandert weinig aan het landschap behalve dan dat het nog eentoniger wordt.
Nog redelijk fris kom ik ruim voor zonsondergang aan bij het restaurant waar ook een wasruimte met warm water is. Ik mag mijn tent deze keer op het overdekte terras opzetten. Na een tajine met ui en geitenvlees val ik vroeg in slaap. Ondanks dat ik regelmatig wakker word van stoppend vrachtverkeer, word ik uitgerust wakker.
"Ik vloek regelmatig, overweeg veelvuldig te gaan liften en zie mijn schaduw steeds langer worden
Ook de derde dag vertrek ik op tijd en ondanks dat er weinig gebeurt of te zien is, zet ik geen muziek of podcast aan. Drie dagen helemaal met mijzelf in de Sahara. Aan het einde van de derde dag bereik ik Boujdour waar ik op een camping een kamer boek en geniet van de beschikbaarheid van fruit. De afstand en de wind hebben mij uitgeput maar ik besluit even goed de volgende dag verder te fietsen.
Vanaf Boujdour is het “maar” 150 kilometer naar de volgende stad en ik leg 111 kilometer daarvan in één dag af. Daar is een tankstation zonder restaurant of winkel, dit was al aangegeven in de Overland app en bij een tankstation eerder had ik nog wat inkopen gedaan. Mijn tent mag ik in een ongebruikte wasbox opzetten, waarna ik tot laat wakker word gehouden door een spontaan opgezet checkpoint voor het tankstation.
Volgens booking.com kan Westelijke Sahara beschouwd worden als een conflictgebied, meer daarover vind je onder andere op: https://nl.wikipedia.org/wiki/Westelijke_Sahara Desalniettemin vind ik een hotel met goede reviews in El Marsa, een kustplaats in de buurt van Al Ajoen. Ik verblijf daar drie nachten voordat ik 30 kilometer tegen de wind in naar Al Ajoen fiets. In deze hoofdstad van de Westelijke Sahara word ik verrast door veel groen, een veel diverser aanbod van winkels, een McDonald’s en witte VN jeeps.
De 105 kilometer naar Tarfaya word ik weer geconfronteerd met flinke wind van opzij. Dit weerhoud mij er niet van om nog een stuk terug langs de kust te fietsen om de eerdergenoemde veerboot te bezichtigen. Daar aangekomen tref ik ook twee jeeps die meedoen aan een alternatieve Dakar rally, een van de jeeps is uitgerust met een espressomachine en zo drink ik de beste en meest onverwachte cappuccino van de reis!
De 210-kilometer-lange weg van Tarfaya naar Tan-Tan loopt parallel aan de kust en precies tegen de voorspelde windrichting in. En ik ben zo klaar met de wind dat ik mij gewonnen geef en de volgende dag met fiets en al in de bus stap. Gedurende de vier uur durende reis heb ik geen moment spijt van deze keuze.
Enigszins uitgerust stap ik de volgende dag weer op de fiets om naar Guelmim te fietsen. 130 kilometer met enkel halverwege een restaurant en een wind die overheersend van voren en van opzij komt en op de piek met windkracht 6 waait. Ik vloek regelmatig, overweeg veelvuldig te gaan liften en zie mijn schaduw steeds langer worden. Vlak voor de zon ondergaat bereik ik Guelmim, de poort naar de woestijn en voor mij de poort uit de woestijn.
Na Guelmim steek ik via de bergen terug naar de kust, vanaf daar minder wind en vanaf Sidi Ifni vooral ook meer toerisme. De daaropvolgende drie dagen fiets ik gemiddeld 60 kilometer per dag om uiteindelijk twee weken na mijn vertrek uit Dakhla aan te komen in Tamraght. 750 kilometer fietsen door de Westelijke Sahara was een onvergetelijke ervaring. Voor herhaling vatbaar maar dan wel de andere kant op; met wind mee!