Mount Oku, Kameroen
En weer lig ik op mijn snufferd happend in het zand. Grote buiteling. Steile afdaling vol met poederzand, stenen en rotsen gecombineerd met jeugdige overmoed. Niets gebroken dus we gaan gewoon door.
Hoewel de afstanden die we maken in Kameroen dramatisch laag zijn wil dat niet zeggen dat we na een paar uurtjes fietsen klaar zijn. Bij de beklimming van Mount Oku waren we heel tevreden met 5 km in 2 uur tijd. Bèta's onder jullie kunnen het snel uitrekenen, 2,5 km per uur. Da's dan wel een combinatie van een beetje fietsen, klauteren over rotsen en valpartijen op hellingen van meer dan 18 procent. Een weg is er dan ook niet. Het is een spoor waar 4 wiel aangedreven auto's graag een blokje voor om rijden. Het enige wat we zien is een enkele geit en af en toe een verdwaalde boer die in een hutje op de berghelling woont.
Hoe mooi is een menselijke geest. Thuis denken we aan snelheden van meer dan 30 km/h en dagafstanden rond de 200 km. Hier is alles anders en kijk je elkaar heel tevreden aan als er enige mate van vooruitgang is en je niet langzaam glijdend de berg af dondert. Gelukkig zijn is dus gewoon je verwachtingen bijschaven. Als ik achterom kijk moet ik lachen. Twee boerenmeisjes helpen Lisette de fiets omhoog duwen. Dat ze hier fietst, of liever gezegd, loopt is een Gods wonder. Twee weken ziek zijn en dan toch even zeggen: 'he, is het geen leuk idee om een van de hoogste bergen van Kameroen met de fiets en bepakking te beklimmen?' Mijn vrouw is een idioot. Een mooie, leuke, knappe idioot. Dat dan wel weer. En hoewel het weer ontzettend zwaar is is het ook zo verschrikkelijk mooi, indrukwekkend.
We hebben onze hele route om moeten gooien. Maar ook dat hoort bij het fietsreizen. Alles is anders geworden dan gedacht maar wat hetzelfde is gebleven zijn de mooie landschappen, de mensen en vooral het gevoel bij jezelf. Bij elke trap word je steeds een beetje meer Afrikaan. Als fietsers zit je middenin het stof samen met de mensen om je heen. Je voelt dezelfde ongemakken van corrupte politie ambtenaren, de verschroeiende hitte, het stof en zand dat overal in gaat zitten en de beperktheid van goed voedsel en helder water. En natuurlijk, voor ons is het maar voor een korte tijd maar toch voelt het goed om even mee te maken hoe de wereld buiten Nederland voelt. Dat helpt begrijpen waarom al de Kameroenezen allemaal wel iemand kennen die in Nederland, Duitsland, Frankrijk, enz is geweest.
Wij zitten in het Engelstalige gedeelte van Kameroen en laten daar nou net de onrusten zijn los gebarsten. De rest van Kameroen is Frans talig....lange geschiedenis. Iets met koloniën, oorlog, verdeling door de UN. Het resultaat is een soort België maar dan met bloedige protesten, aanslagen, brandende straten en stakingen. Spannende fietsomgeving maar wel een die we nauwlettend in de gaten houden. We proberen er omheen te fietsen maar dat is niet altijd mogelijk. Gisteren lag alles plat vanwege een staking. Behalve van de drinklokalen. Hoe minder men werkt hoe meer bier er wordt gedronken. Leuk als je van spanning houdt maar twee blanken op een fiets valt wel op bij een groep lallende drinkers. Dat kan goed gaan, maar soms ook niet. En om maar in die sfeer te blijven, de fietsdag zit erop. We zitten aan een vers biertje.
Koud bier is hier niet te vinden maar vers bier wel. Je hebt ook niet vers bier. Daar kan je maar beter vanaf blijven. Voor ons spelen kinderen op een erf van een boerderij. Het is het droge seizoen. Er is voor heel even water en dan leeft iedereen op. De was wordt gedaan, eten gekookt en kinderen lurken aan publieke waterpunten. Alles gaat hier langzamer. En zo hoort het eigenlijk ook. We gaan er bijna aan wennen. Een klein meisje lacht haar tanden bloot zoals alleen Afrikaanse kinderen dat kunnen. We kunnen niets anders dan gelukkig terug lachen.
Mooi Afrika, mooi Kameroen.