De Ardeche. Een fietstocht met de Travelmaster 3+
De Ardèche ligt in het zuiden van Frankrijk, op een dagje rijden met de auto. Een gebied met twee gezichten. In het westen de koele bergen met mooie beklimmingen, groene weides en stille dorpjes. In het oosten het laagland met altijd een mooi zomers klimaat. Waar de wijn rijkelijk vloeit en de dorpjes op marktdagen vol met leven zijn. In de ochtend de hitte in het laagland, in de middag beklim je op de toppen van je kunnen de top van de volgende mooie pas.
In de tweede week van juni staat de Ardèche op zijn kop. Geel paarse vlaggetjes versieren elk dorp. De terrassen zitten vol en de sfeer is gemoedelijk. Het is de start van de Ardechoise. Het jaarlijks terugkerende wielerevenement van de Ardèche. Ooit begonnen om dit deel van Frankrijk in de picture te zetten. En dat is goed gelukt. Alles wat fietst is welkom. Je ziet strak geschoren wielrenners maar ook pure Franse wielertoeristen die met een oude stalen Peugeot langzaam de berg op peddelen.
Wij starten een weekje eerder. Niet met de racefiets maar met een fiets die zo'n 6 kilo zwaarder is en met 16 kilo aan bagage. Niets van dat lichte gedoe, het echte werk!
Vanaf Saint Félicien fietsen we de bergen in. En na een uur slaken we al uitgelaten kreten over het landschap. Wat een rust, wat een natuur, wat een fijne kleine wegen, wat een aardige bevolking. Alles lijkt aardig, mooi, fris en groen. Precies wat we na maanden werken nodig hebben.
In een dag fietsen we al zes passen en na vijf fietsdagen staat de teller op 25 passen! Kijk, dan lijkt het er een beetje op. Er zijn zoveel keuzes in kleine groene wegen dat we af en toe besluiten om in kringetjes rond te fietsen. Ga je echt op de filosofische toer dan weet je natuurlijk dat je in je leven altijd in kringetjes fietst, maar als je op een dag een paar kringetjes doet, valt het toch eerder op. Kringetjes fietsen over kleine onverharde wegen en passen stelen omdat het zo makkelijk kan. Alles is hier een pas, elke molshoop maar ook elke bergketen. De beklimmingen zijn meestal zo rond de 600 meter hoogteverschil. Prima te doen, al voel je het na een aantal beklimmingen wel in de benen.
Na vijf dagen fietsen staan we aan de andere kant van de Ardèche met onze blote voeten in de gelijknamige rivier. 50 Kilometer verderop lonkt de kale top van de beroemde Mt Ventoux. Alles wat mooi is, ligt hier bij elkaar.
Tja, vlak is natuurlijk mooi. Lekker makkelijk. Geen gezweet. Gewoon blik op oneindig en trappen. Maar voordat we het weten zijn we linksaf geslagen en trekken we de bergen weer in. Het landschap van de Ardèche is gewoon te mooi om links te laten liggen. We merken dat de beklimmingen langer worden. 10 of 15 kilometer gaat het gestaag omhoog. Nooit echt steil maar ook nooit ergens vlak. We passeren dorpjes die in bloei lijken te staan door het wielerevent, de Ardechoise. Maar ook dorpjes die leeg gelopen lijken te zijn. Kroegen zijn dicht, winkeltjes zien er gesloten uit. Op sommige dagen ondervinden we moeite om voldoende eten in te slaan. En dat is in Frankrijk toch wel wonderlijk. Van de andere kant, we hebben maar een dag geen verse croissant bij het ontbijt gegeten, dus echt slecht hebben we het niet gehad. Een kop zwarte koffie en een croissant. En dan fietsen, de bergen in. Prima dieet. Weg met alle gelletjes.
In het binnenland bestaat de camping municipal uit een klein grasveldje, een douche en een toilet. En een gezette vrouw in bloemetjesjurk die als caretaker in een oude caravan woont die als enige een antenne op het dak heeft, diverse in verschillende staat verkerende bloempotten en een grote doorgezakte ligstoel. Madam is vriendelijk al riekt ze wel een beetje naar zweet. Onderaan de camping, verscholen achter de bomen, loopt een bergrivier. Kleren uit en afkoelen. Het is een topcamping voor ons.
Diezelfde camping ligt aan het begin van een 12 kilometer lange klim. In het begin tien procent omhoog. Even later rond de vijf procent. Met deze klim hebben we in totaal 42 collen afgewerkt, 4.2 collen per dag. De Ardèche is goed voor het collen-klim-ego.
Wat omhoog gaat moet ook naar beneden. En wat zijn die Santos Travelmasters 3+ retestrak. Ongelofelijk. Geen vuiltje aan de lucht. Met 60 km/h naar beneden over een slechte weg en dan nog met een handje foto’s maken. Kan een fiets te veilig zijn? Het geeft ons een enorm gevoel van vrijheid. Zoals Lisette het eens op een ochtend zegt: ’lekker weer op mijn fietsje rijden, dat voelt heel vertrouwd’. En dat zie je.
En dan sta je ineens oog in oog met de eerste 1000 meter pas van de Tour de France. Eens een klein paadje, nu een drukke RN82. Op Wikipedia staat 'It was the first climb on the first Tour de France in 1903, but was the scene of notorious violence in 1904 that involved fighting and officials firing gunshot warnings. It has been part of the route on 13 occasions'. En dan realiseer je je dat je door een stuk geschiedenis fietst. Waar we nu zonder gedachten doorheen fietsen was voorheen hard bevochten om het fietsbaar te maken. De mannen van staal hebben meer dan 100 jaar geleden de weg voor ons vrij gemaakt zodat wij kunnen genieten van dit gebied.
En als ik dit stukje zo terug lees, realiseer ik mij ook dat ik nergens enorme hoogtepunten heb beschreven. En om heel eerlijk te zijn, waren die er ook niet. Geen enorm kasteel, geen enorme passen bedekt met sneeuw. Geen overlevingstocht waarbij we uitgehongerd ternauwernood aan de dood zijn ontsnapt. Niets van dat alles.
Gewoon twee weken heel mooi fietsen. Niets meer en niets minder. Maar zoals elke fietser weet, die hoogtepunten waren er wel degelijk. In je hoofd. Bij elk mooi uitzicht, bij elk trap waarbij je voelde dat je een bent met je fiets. En ja, ook bij elke bergpas.
Mooie sport, mooie reizen, mooie fietsen.